Niets is feestelijker dan een lekker stukje gebraad uit de oven. Of je nu houdt van boterzacht rundvlees, van varkensvlees van eigen bodem of van smaakvol gevogelte: voor een heerlijk plakje gebraad schuift iedereen met plezier de beentjes onder tafel.

Ook als hobbychef is gebraad een plezier om mee te werken. Eens je het vlees, het gevogelte of de vis in de oven hebt geschoven, kan je gerust even het glas heffen met je tafelgasten. Met deze 10 handige tips zorg je er voor dat je gebraad gegarandeerd sappig blijft en boordevol smaak zit…

  1. Haal het gebraad een klein uurtje voor je aan de bereiding begint uit de koelkast en leg het in een schaal met deksel. Zo kan het rustig op kamertemperauur komen en is het niet ijskoud aan de binnenkant. Zo voorkom je dat je gebraad nog lauw is aan de binnenkant na de bereidingstijd.
  2. Zet de oven op traditionele ovenstand, niet op heteluchtstand. Zo zal je gebraad niet uitdrogen tijdens het braden.
  3. Is je gebraad wat ongelijkmatig? Bind het dan op met keukentouw tot je een gelijkvormig stuk hebt. Dat zorgt er voor dat je gebraad overal dezelfde gaartijd nodig heeft.
  4. Verwarm de oven voor op niet te hoge temperatuur. Kies liever voor een iets lagere temperatuur (160 graden is ideaal) en een iets langere gaartijd. Je gebraad zal sappiger zijn én meer smaak hebben.
  5. Laat eventuele vetrandjes zitten. Die zorgen voor extra smaak. Wil je ze liever niet mee serveren? Geen probleem: snijd ze dan gewoon weg als je gebraad klaar is.
  6. Zout je gebraad nét voor je het aanbakt in de pan. Zout onttrekt namelijk vocht aan het vlees of gevogelte.
  7. Schroei je gebraad aan alle kanten mooi dicht in een braadpan met hete Solo. Zo vang je alle 'sappen' aan de binnenkant. Schuif het gebraad daarna in de oven om rustig verder te garen.
  8. Prik nooit in je gebraad. Hierdoor gaan de sappen (en dus ook de lekkerste smaken) verloren. Bovendien bestaat de kans dat je gebraad uitdroogt. Gebruik liever een handige vleestang om het gebraad te draaien.
  9. Lepel tijdens het braden in de oven regelmatig wat van het braadvocht over je gebraad. In keukentermen heet dat 'arroseren'. Op die manier voorkom je dat de buitenkant uitdroogt of aanbrandt.
  10. Snijd je gebraad niet meteen aan nadat je het uit de oven hebt gehaald. Laat het een tiental minuutjes rusten onder aluminiumfolie. Zo verspreiden de sappen zich opnieuw van de kern naar de buitenkant van je gebraad. Elk sneetje zal boordevol smaak zitten!

Alle tips gelezen? Oven voorverwarmen, keukenschort aanbinden en… aan de slag!