Voorbereiding

1. Verwarm de oven voor op 225°C.
2. Snijd de margarine in stukjes. Zeef boven een kom de bloem met ½ tl zout. Breng in een steelpan de margarine met 150 ml water al roerend langzaam aan de kook zodat het water pas kookt als de margarine is gesmolten.
3. Voeg de gezeefde bloem in een keer aan het water en de gesmolten margarine in de pan toe en klop heel goed door. Zet de pan terug op laag vuur en blijf kloppen tot het deeg droog begint te worden en als een bal van de pan los laat, ca. ½ minuut.
4. Doe het deeg in de kom en laat iets afkoelen, ca. 1 minuut. Klop er vervolgens met de handmixer 1 voor 1 de eieren door. Pas weer een ei toevoegen als het vorige volledig is opgenomen. Het laatste ei loskloppen in een kopje en beetje voor beetje toevoegen. Stop met toevoegen van ei zodra het deeg in stukken van de gardes valt (anders wordt het deeg te zacht). Nog 2 minuten doorkloppen totdat het deeg zacht en glanzend is.
5. Schep het deeg in een spuitzak en spuit 32 kleine bergjes op de bakplaat. Laat voldoende ruimte tussen elk bergje want de soesjes zetten tijdens het bakken uit. Bak de soesjes in het midden van de oven in 8-10 minuten gaar. Laat de soesjes op een rooster afkoelen.

Bereiding

1. Knip de afgekoelde soesjes open, vul ze met een lepeltje ijs en druk ze netjes dicht. Leg de gevulde soesjes in de diepvries.
2. Smelt op laag vuur de suiker in een grote steelpan met dikke bodem. Draai het vuur iets hoger en verhit de suikerstroop zonder te roeren tot een goudbruine karamel.
3. Leg de 4 koekjes op 4 borden, doop de soesjes één voor één snel in de karamel en plak ze direct op de koekjes en op elkaar: 4 soesjes onderop, daarop 3 soesjes en daarop één soesje. Schep er een lepeltje karamel over. Zet de torentjes nog even in de vriezer.
4. Met de rest van de karamel kunnen eventueel suikerdecoraties worden gemaakt: Leg een stuk bakpapier op het aanrecht. Haal een vork door de rest van de warme karamel, laat er boven het bakpapier lange draden vanaf lopen en haal de vork daarbij telkens op en neer zodat er een decoratief suikerwerkje ontstaat. Maak er in totaal vier en zet de pan tussentijds telkens heel even terug op het vuur om de suiker weer zacht te laten worden. Direct gebruiken.
5. Zet de soezentorentjes op 4 borden. Schep er een bolletje ijs naast en garneer met een takje munt en eventueel met een suikerdecoratie. Direct serveren!